Gedegen en innovatief veenenbos en bosch staat voor vakmanschap en voor vernieuwing. Het vakmanschap uit zich in de vakkennis en een goed onderbouwd product; in elke stap in het ontwerpproces wordt aandacht besteed aan de praktische realisatie. Vernieuwing ontstaat door de nieuwsgierigheid waarmee iedere opgave wordt aangepakt en uitgeplozen. Landschapsarchitectuur wordt gezien als een vorm van onderzoek; bij aanvang van een nieuw project is de uitkomst een verrassing.
Elke schaal Het bureau realiseert projecten op uiteenlopende schalen. Van groot naar klein worden vijf werkvelden onderscheiden: landschap; stad en regio; wijk en buurt; park, plein en promenade; tuinen en terreinen. Het werken op verschillende schaalniveaus is een nadrukkelijke keuze. In de eerste plaats uit interesse, maar ook omdat het inzicht geeft in de voorwaarden die op andere schaalniveaus moeten worden ingebouwd.
Landschap als bron In ieder ontwerp is de plek het vertrekpunt. Gezocht wordt naar het eigene, het unieke en niet naar het algemene. De ontwerpen van het bureau laten zich het beste typeren door twee elkaar schijnbaar uitsluitende begrippen: als vanzelfsprekend én als tot de verbeelding sprekend. Scherpe analyses van het programma, de situatie en de context vormen de basis van het ruimtelijk ontwerp. Bij veel plannen gaat het om het zoeken van het evenwicht tussen oud en nieuw. Daarbij is de kennis die de opdrachtgevers en gebruikers inbrengen vaak essentieel voor het ontstaan van het plan.
Bureau veenenbos en bosch landschapsarchitecten is in 1995 gestart en staat momenteel onder leiding van Harm Veenenbos en Willem Brouwers. Jeroen Bosch is als adviseur aan het bureau verbonden. Het bureau bestaat uit landschapsarchitecten, ontwerpers, tekenaars en een secretariaat en werkt tevens met een aantal vaste freelance krachten. Voor elk opdracht wordt hieruit een projectteam geformeerd. Daarbij kent veenenbos en bosch landschapsarchitecten een interdisciplinaire benadering en wordt al naar gelang de opgave het team aangevuld met deskundigen uit andere disciplines als stedenbouw, architectuur, ecologie, industrieel ontwerp of cultuurtechniek. Deze aanpak staat er voor garant dat de uiteindelijk gekozen ontwerpoplossingen integraal onderbouwd zijn.